In de afgelopen weken heb ik me bezig gehouden met enkele belangrijke keuzes die de UT zal gaan maken rond de toepassing van On Demand Video in het onderwijs. Ik heb me verdiept in de literatuur en heb ook wat contacten aangeboord om meer informatie te verkrijgen. Hierbij een kort overzicht van de informatie die ik tot nu toe heb vergaard. Eerst volgt echter wat nadere uitleg over begrippen.
Definities van begrippen
Met On Demand Video bedoelen we het eenmalig opnemen, en vervolgens verspreiden van de opname via internet. Als je iets live “uitzendt” via internet, noemen we dat Streaming Video. Daarover gaat dit bericht dus niet. In onze onderwijscontext kan een opname op allerlei manier ontstaan: een instructievideo, een opname van een hoorcollege, een kennisclip, een opname van een theatercollege of bijvoorbeeld een interview.
Mijn (beperkte) onderzoek heeft zich vooral gericht op het nut en de meerwaarde van zogenaamde Enhanced Videolectures. Met Enhanced Videolecture bedoelen we de variant waarbij het bij het bekijken van de opname mogelijk is om via twee aparte kanalen te navigeren door de video. Het ene kanaal betreft dan de opname van de videosignaal (de docent) en het andere kanaal is dan datgene dat is opgenomen van de computer of beamer (dus meestal de Powerpoint presentatie). Dit wordt ook wel dual capture genoemd.
Het opnemen en bekijken van een Enhanced Videolecture kan alleen met specifieke producten bewerkstelligd worden. Dan hebben we het over producten zoals Mediasite, Presentations2Go, RoyalCast of Opencast Matterhorn. Een gewone Videolecture heeft 1 kanaal, en kan dus ook ook zonder meer worden verspreid en bekeken via de grote platforms zoals YouTube of Vimeo.
Gesprek met Pierre Gorissen
Vorige week heb ik een Skype gesprek gehad met dr. Pierre Gorissen. Pierre is werkzaam bij Fontys Hogescholen, en is vorig jaar gepromoveerd bij de Technische Universiteit Eindhoven op het gebied van Video in het hoger onderwijs (titel van het proefschrift is Facilitating the use of recorded lectures; zie www.recordedlectures.com).
Ik had met Pierre een prettig en informatief gesprek over Video in het onderwijs. Specifiek had ik twee onderwerpen die ik met hem wilde bespreken:
1. Hoe Pierre, als expert, aankijkt tegen de steeds groter wordende praktijk in het Hoger Onderwijs van het opnemen van onderwijs en het via internet beschikbaar stellen van de opname.
2. En ik vroeg hem naar wetenschappelijk onderzoek (“evidence”) voor het gebruik van de zogenaamde Enhanced Videolecture.
Hieronder volgt een kort verslag van mijn gesprek met Pierre aangevuld met informatie uit mijn verdere onderzoek.
Onderzoeksresultaten
Om met de tweede vraag te beginnen: bij Pierre is geen wetenschappelijke publicatie bekend naar de meerwaarde of positieve (leer)effecten van Enhanced Videolectures tov “gewone” Videolectures. Maar wat wel helder is, dat een goede afspeelmogelijkheid (de player) zeer belangrijk is.
Pierre heeft onderzoek gedaan naar verbetering van de ondersteuning van de navigatie bij het bekijken van een video, via zogenaamde tagging van Video’s (het markeren met trefwoorden) door zowel docenten (experts) als studenten. Beide soorten tagging hebben hun meerwaarde. Uit het proefschrift (pagina 172):
“De analyse laat zien dat studenten minder van een opname bekeken als ze gebruik maken van de TI [Tagging Interface], we gaan er vanuit dat ze delen van de opname die ze wilden zien sneller konden vinden met behulp van tags. De analyse laat ook zien dat studenten die gebruik maakten van de TI beter scoorden voor het tentamen dan studenten die er geen gebruik van maakten.”
De bevindingen van Pierre worden min of meer ondersteund door eveneens recent promotie-onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen van dr. Jelle de Boer (Learning from video : viewing behavior of students). De Boer stelt dat het zin heeft om studenten te instrueren over het bekijken van video (het beinvloeden van het kijk- en leergedrag), en dat studenten behoefte hebben aan een goede videospeler die verder gaat dan de meeste huidige spelers. Uit het proefschrift van De Boer (pagina 146-147 van het proefschrift):
“We concludeerden dat studenten uitgedaagd moeten worden om meer dan één soort kijk- en leergedrag in te zetten tijdens het leren van video om zo hun metacognitieve vaardigheden te verbeteren. (..) Media spelers moeten ook de functionaliteit bieden voor studenten om hun eigen (meervoudige) markers te plaatsen op de voortgangsbalk. (..) Op deze manier zal de mogelijkheid voor studenten om de chronologische weergavemodus te verlaten beter worden ondersteund.”
Wat mij betreft zijn dit waardevolle resultaten uit twee recente proefschriften die we zullen mee nemen in onze te maken keuzes voor een videoplatform.
De praktijk
Over de praktijk van het gebruik van Video in onderwijs heb ik het langst met Pierre gesproken. Enkele belangrijke opmerkingen en suggesties, ook mede op basis van zijn onderzoek:
- Een opname van een hoorcollege gaat het gedrag van een docent niet automatisch veranderen of verbeteren. Echter voor een student is de opname ook dan zeker wel nuttig.
- De technische kwaliteit van een opname is niet per se van doorslaggevend belang voor het al of niet bekijken van de opname.
- Je moet de opname van hoorcolleges dus wel blijven doen. Maar parallel is het slim om met andere typen opnames, zoals kennisclips, te gaan werken om zo ook verandering van gedrag bij de docenten te bereiken. Ook bij Fontys worden hiermee, net als bij ons, enkele pilots uitgevoerd.
- Uit het onderzoek van Pierre bij Fontys en bij de TU/e komen piekmomenten in het bekijken van de Enhanced videolectures naar voren, namelijk vlak voor de tentamenperiode.
- Fontys gebruikt primair het Mediasite platform voor de uitlevering van alle soorten opnames. Deze omgeving biedt belangrijke voordelen aan de “achterkant”. Het biedt namelijk mogelijkheden om, op basis van loggegevens, het kijkgedrag van studenten te analyseren. Bij het product Mediasite is hierbij nu al behoorlijk wat mogelijk. Zowel Gorissen als de Boer hebben veelvuldig gebruik gemaakt van de loggegevens van de videoservers.
- Op basis van het kijkgedrag binnen een video van die studenten kun je docenten van gerichte en waardevolle informatie voorzien. Namelijk waar de studenten afhaken, of waar de studenten heel vaak en veel naar kijken. Een docent kan hier rekening mee houden bij een volgend college en/of bij een volgende opname hiervan. En je zou het ook kunnen gebruiken bij een besluit voor wellicht een andere soort opname.
Vervolg
Op dit moment staat de UT voor het punt om keuzes te maken voor wat betreft de toekomst van On Demand Video. Daarbij zijn zowel aspecten voor de opname, het beheer als de uitlevering van belang. Hiervoor heb ik vooral gekeken naar de uitlevering.
Er is, in samenwerking met het ICT Servicecentrum, al veel informatie boven tafel gekomen, en we zijn dus al een heel eind in de richting van concrete besluiten.