Op 9 november heb ik de Onderwijsdagen 2010 bezocht. De Onderwijsdagen is een tweedaagse bijeenkomst, waarvan ik de eerste dag dus heb bezocht. Er waren dit jaar zo’n 1000 bezoekers. De Onderwijsdagen zijn een gezamenlijk initiatief van SURFfoundation en Kennisnet. Ook dit jaar kijk ik weer terug op een perfect georganiseerde en inhoudelijk interessante conferentie. Zoals altijd zijn de Onderwijsdagen voor mij een weerzien met oude bekenden, maar het is ook een dag voor nieuwe ontmoetingen. Hierbij mijn verslag van mijn dag in Utrecht.
Plenaire presentatie
De dag begon met een plenaire presentatie van een Amerikaan, Curtis W. Johnson (zie foto), over “disruptive innovation” (zie ook zijn boek, met als titel Disrupting Class). Het betoog van Johnson begon met de constatering dat er in het hedendaagse onderwijs teveel afvallers zijn. Daarbij heeft Johnson het over het onderwijssysteem in de VS , maar de situatie in Nederland zal niet veel beter zijn. Te veel afvallers in het onderwijs kunnen we ons eigenlijk niet meer veroorloven. De vraag is dus hoe we het percentage afvallers kunnen verlagen. Of positiever geformuleerd: wat zullen we moeten veranderen om ook de potentiële afvallers wel te motiveren en wel hun opleiding te laten afmaken? Volgens Johnson is er (maar?) één mogelijkheid: disruptive innovation (oftewel ontwrichtende innovatie). Johson gaf ook aan dat het onderwijs binnen een aantal jaren rijp zal zijn voor disruptive innovation, zoals dat ook in andere branches is gebeurd. Hij voorspelt dat het in 2018 zo ver is voor het onderwijs, op basis van onderzoek.
Johnson noemde een aantal kenmerken of voorwaarden, waaronder zo’n radicale verandering zou moeten plaatsvinden. Hij heeft hier veel onderzoek naar gedaan en ook over gepubliceerd. Op zijn website staan 6 beweringen die het aannemelijk maken dat de verandering onvermijdelijk moet gaan komen. En belangrijk kenmerk van succesvolle en radicale veranderingen is bijvoorbeeld dat het buiten de de bestaande organisatie moet plaatsvinden (seperate space), en ook daadwerkelijk niets zich moet aantrekken van de regels en wetten van die grote (moeder)organisatie. Ook een belangrijk kenmerk: de tussenhandel of bemiddelaar (de middle man) verdwijnt. In de reiswereld boeken we tegenwoordig zelf onze reizen; het traditionele reisbureau (de middle man) maakt moeilijke tijden door en moet nieuwe manieren vinden om klanten te krijgen en te houden. Wie is trouwens de middle man in het Nederlandse onderwijs? Misschien het ministerie van Onderwijs, dat het bestaande systeem in stand wil houden (en nog meer wil dicht timmeren met nog meer regeltjes)? Of al die andere organisaties als MBO Raad, HBO Raad, VSNU en VO-Raad?
Zoals gezegd, in 2018 staat het onderwijs het een en ander te wachten volgens Johnson. Dan komen er daadwerkelijk zeer radicale vernieuwingen het onderwijs binnen. Volgens zijn onderzoek zijn er meer dan voldoende aanwijzingen hiervoor. Zijn boodschap: wees er op voorbereid, of zorg dat je zelf er actief een rol in speelt.
Workshops
Mijn eerste workshop was die van Robert Schuwer (Open Universiteit Nederland). Hij is een van de trekkers van WikiWijs. Hij heeft daar echter eigenlijk niet over verteld, wat wellicht toch een gemiste kans was. Ik zou graag een korte demonstratie van de huidige mogelijkheden van WikiWijs hebben gezien (of was daar een andere sessie voor?). Schuwer ging wel in op 7 mythes rond open leermiddelen (zie afbeelding).
Na anderhalf jaar WikiWijs wilde hij op deze manier ons laten zien dat de meeste mythes redelijk gemakkelijk onderuit kunnen worden gehaald. Daarover ontstond beslist een interessante discussie, en het onderuit halen van de mythes lukt naar mijn mening ook niet altijd even goed. Bijvoorbeeld op welke termijn papieren schoolboeken zullen verdwijnen en we alleen nog maar met digitale leermiddelen werken in het onderwijs. Over 10 jaar, zei een bezoeker. Een vertegenwoordig van een uitgever dacht daar anders over. Diezelfde vertegenwoordiger had het ook over concurrentievervalsing door WikiWijs, omdat daar gratis en voor niets leermateriaal te verkrijgen is. Interessant was de opmerking van Schuwer dat eind november er door de VO-raad een belangrijk besluit zal worden genomen over de toekomst van WikiWijs. Dan wordt namelijk blijkbaar besproken hoe en of de VO- Raad het WikiWijs initiatief wel of niet gaat (financiëel?) ondersteunen. En daar zit ook de crux van dit project en vele andere projecten. Dat gaf Schuwer ook wel toe: wat doe je als je subsidiegeld op is, en je jezelf moet bedruipen?
Mijn tweede workshop die ik bezocht betrof een terugblik op een groot project, Durven Delen Doen. De workshop werd op een prettige manier verzorgd door Maartje Smeets en Sietske Waslander. Ook dit project loopt af; de officiële afronding is in januari 2011. We kregen alvast een voorproefje van enkele resultaten van dit project. In dit project hebben dertien scholen in drie jaar tijd met elkaar gewerkt aan onderwijsvernieuwing. Een belangrijk onderdeel van het project betrof Onderzoek. Het feit dat ook de docenten van de betrokken scholen meedraaiden in het doen van onderzoek had een aantal positieve effecten, die in de presentatie werden toegelicht. Door onderzoek te doen, werden de docenten bijvoorbeeld meer gedwongen tot reflectie. Dit verbeterde hun werk op school en in de klas. Ook als gebruiker van onderzoek(sresultaten) was er een positieve invloed op de praktijk in de school.
Mijn derde workshop die ik op 9 november kon bezoeken werd verzorgd door een collegevoorzitter, Fred van Vliet van het Grafisch Lyceum Rotterdam (GLR). Deze school heeft ongeveer 4000 leerlingen. Deze school heeft een aantal unieke kenmerken. Zoals het feit dat de school sociale media inzet, zoals Twitter, voor communicatie naar leerlingen. Verder heeft deze school er voor gekozen om zo’n 3000 werkplekken, dus computers, beschikbaar te hebben voor leerlingen. Tijdens het onderwijs is er dus altijd een computer voor elke leerling beschikbaar. Verder zijn eigenlijk alle docenten betrokken bij het produceren van digitale lesmaterialen. GLR heeft besloten om in de nabije toekomst alle digitale eigen lesmaterialen beschikbaar te gaan stellen via iTunes University. Men heeft daar lang tegenaan gehikt, maar ziet nu vooral de voordelen (zoals wereldwijde verspreiding) van deze constructie. Ik ben zeer benieuwd hoe dit uit gaat pakken. Vanuit Nederland is alleen de TU Delft op dit moment op iTunes U te vinden. GLR gaat bijvoorbeeld ook meteen al het nieuwe lesmateriaal dat men gaat maken in het Engels aanbieden. Ik vraag mij af of dat zo geschikt is voor alle leerlingen van het GLR.