Ik gebruik hier regelmatig de term “informeel leren” (klik om de berichten in die categorie te zien). Hoe meer ik er over lees, en ook zelf ervaring mee krijg, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat onderwijsinstellingen en bedrijven hier nog volstrekt onvoldoende op inspelen. Dit komt mogelijk door de onbekendheid met wat nu eigenlijk onder informeel leren moet worden verstaan en hoe het werkt. Hierna volgt een korte uitleg en enkele verwijzingen naar aanvullend leesmateriaal om door te lezen (al het materiaal waarnaar ik verwijs, is in het Engels).
De huidige definities
Informeel leren is een thema waarover verschillende experts regelmatig publiceren. Vanuit de praktijk van leren en (bedrijfs)opleidingen is er bijvoorbeeld door de Internet Time Alliance veel gepubliceerd over dit thema, evenals door George Siemens. Enkele experts uit de wetenschappelijke hoek zijn bijvoorbeeld Stephen Downes en Graham Attwell.
Voor een uitgebreid artikel, reeds geschreven in 2006, met een poging tot definitie van informeel leren verwijs is ik naar Jay Cross (lid van de Internet Time Alliance). Cross gaat ook in op de business case voor informeel leren. Jane Hart (een ander lid van de Internet Time Alliance) heeft zeer recent een uitstekend artikel gepubliceerd met een heldere verdeling in vijf categorieën van ‘leren’. Dit zijn ze:
- Formal Structured Learning (FSL)
- Personal Directed Learning (PDL)
- Group Directed Learning (GDL)
- Intra-Organisational Learning (IOL)
- Accidental & Serendipitous Learning (ASL)
Dat wat hier “Formal Structured Learning (FSL)” wordt genoemd, is wat de meeste mensen nog steeds onder leren, of eigenlijk onder onderwijs, verstaan. Dit is wat we dagelijks zien in scholen en bedrijven: een groep mensen bij elkaar, een docent (of een inhoudelijke expert), en een vastgesteld (les)programma, een rooster etc. Zie ook bijvoorbeeld Harald Jarche. Hij spreekt van Self-Directed, Undirected en Directed Learning. Waarbij Directed Learning dus gelijk is aan Formal Structured Learning.
De uitdaging voor ons
Er is dus maar één categorie van formeel leren en dat is dus FSL. De andere vier categorieën van Hart zijn de verschillende vormen van “informeel leren”. Het essentiële verschil is dat er bij deze vier categorieën sprake is van een minder vooraf bepaalde structuur en een ander soort sturing, namelijk voornamelijk vanuit de lerende zelf. Dit ‘gebrek’ aan structuur is waarschijnlijk tegelijkertijd de moeilijkheid voor ons onderwijs(des)kundigen. De onderwijskundig ontwerper (of docent) is namelijk getraind en ervaren in het het vormgeven (“structureren”) van leertrajecten (met bijeenkomsten), in het formuleren van leerdoelen, in het creëren van testsituaties en in het vormgeven van verschillende werkvormen etc.
Voor informeel leren is en blijft dit allemaal ook relevant. Laat daarover geen misverstand bestaan. Er komt echter één extra aspect bij, dat veel meer aandacht zou moeten krijgen in de ontwerpfase. En dit kan het beste omschreven worden als “faciliteren”. Wij als onderwijskundig ontwerpers moeten de omstandigheden scheppen, de randvoorwaarden zo u wilt, om leren mogelijk te maken. We moeten de rijke leeromgeving aan proberen te bieden waarin het leuk wordt om te leren van elkaar. We moeten de bronnen beschikbaar stellen. De juiste leervragen formuleren. Maar vooral moeten we het klassikale paradigma proberen los te laten bij het ontwerp van een leersituatie. Ook belangrijk in deze: de gewenste competenties van de docent zijn heel anders dan 20 jaren geleden.
Welke ICT?
Nu we informeel leren nader hebben gedefinieerd is het niet meer zo moeilijk om te weten welke ICT middelen we zouden kunnen gebruiken om informeel leren in onze organisatie te faciliteren. Dit betreft allerlei nieuwe ICT toepassingen, zoals micro blogging, wiki’s en social bookmarking. Deze toepassingen maken het mogelijk dat we kennis met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen aanvullen en versterken.
Mocht u meer willen weten over wat informeel leren voor uw organisatie zou kunnen betekenen en de huidige ICT mogelijkheden, neem dan gerust contact met mij op.