Afgelopen dinsdag 27 september 2011 heb ik de de Europese Sakai conferentie bezocht. Het was al weer zo’n drie jaar geleden dat ik een Sakai bijeenkomst had bezocht. Deze Europese Sakai conferentie vond plaats in Pakhuis de Zwijger en duurde 2,5 dag. Ik ben dus maar bij één dag geweest, op 27 september. De voortreffelijke organisatie van de conferentie (waarvoor dank!) was in handen van Edia en de Universiteit van Amsterdam. Ik was blij verrast met de diversiteit aan deelnemers. De deelnemerslijst liet naemlijk een gevarieerd beeld zien. Ik zag deelnemers op de lijst uit onder andere Engeland, Zweden, Spanje en Oostenrijk. Ik had bijvoorbeeld een interessant gesprek met een collega van de universiteit in Thessaloniki in Griekenland. Ook daar speelt (je zou bijna zeggen ‘vanzelfsprekend’) de kwestie van de steeds minder draaglijk wordende licentiekosten van Blackboard. En bij zo’n 50.000 studenten tikt dat, ook in Griekenland, behoorlijk aan. Jammer genoeg waren er weinig Nederlandse bezoekers op de conferentie.
Sakai OAE is beschikbaar
Ik schreef al eerder over twee aparte producten die onder de vlag van de Sakai Foundation worden ontwikkeld. Ik heb in Amsterdam een demonstratie gezien van de New York University (NYU) die versie 1.0 van de Sakai Open Academic Environment in gebruik heeft genomen en daar behoorlijk tevreden over is. De NYU heeft campussen over de hele wereld, en zocht dus een oplossing die aanpasbaar en toepasbaar was in redelijk verschillende settings.
Wat mij bijzonder verraste was de vergaande integratie die men liet zien met Google Apps. Binnen Sakai OAE was het mogelijk om groepen aan te maken en die waren dan ook meteen in Google Apps beschikbaar, en vice versa. Maar eigenlijk zou ik niet verbaasd moeten zijn, maar juist deze eenvoudige mogelijkheden tot integratie is een belangrijk pluspunt van Sakai OAE.
Kies voor samenwerking
Het hoogtepunt van de dag was wat mij betreft de presentatie van Bradley Wheeler. Wheeler is een veteraan in de academische wereld en de manier waarop ICT daar ingezet wordt. Wheeler is inmiddels al weer enkele jaren Chief Information Officer van de Indiana University (en hij is ook nog professor en dean aan dezelfde universiteit) en was betrokken bij de start van het Sakai project en vele andere vergelijkbare community source projecten in de afgelopen jaren.
Wheeler keek terug op wat er in de afgelopen jaren is geleerd in de grote community source projecten (zoals uPortal, Kuali en Sakai) en wat dat betekent voor de toekomst. Wheeler is positief over de toekomst van community source en open source voor het hoger onderwijs, al was het alleen maar omdat tegenwoordig het kostenbewustzijn steeds meer ingang begint te vinden als er gekeken wordt naar ICT in het (hoger) onderwijs.
Wheeler beweert niet dat open source altijd zou moeten worden gekozen, maar hij vindt wel dat het altijd serieus onderwerp van evaluatie en onderzoek moet zijn bij een keuze voor nieuwe software. Uiteindelijk kan elke dollar (of euro) maar één keer worden uitgegeven. Wheeler legde ook nog even het model van Community Source uit aan de aanwezigen. Eigenlijk heel simpel: als twee partners beide 1000 euro inleggen, is er 2000 euro om te investeren. Daar kunnen ze beiden wellicht meer uit krijgen dan de investering van 1000 euro. Wellicht krijgen beide partners niet elk iets ter waarde van 2000 euro, maar dan toch tenminste wel iets van 1500 euro. En dat is toch 50% meer dan die ingelegde 1000 euro. Die overige 500 euro gaat dan op aan beheer, coördinatie en overleg. Dat is eigenlijk in een notendop het model van de Sakai Foundation en de software die het onder beheer heeft. Of met een Nederlands spreekwoord: 1 + 1 = 3 (of tenminste meer dan 2).
Verder nam Wheeler duidelijk stelling tegen de praktijk (ook in Nederland heel gebruikelijk) om software op basis van lijstjes met mogelijkheden en functies te selecteren. Ook hier weer een vergelijkbare argumentatie van Wheeler: je zou verder moeten kijken dan het hier-en-nu van je eigen instelling. Je moet een keuze durven maken voor een pad ergens naartoe, wellicht samen met andere vergelijkbare instellingen. Samen kun je heel goed je eigen pad bepalen en gaan bewandelen. Bij een gemiddelde closed source leverancier wordt het pad grotendeels ingericht door de leverancier en niet door de klant, hoe goed de leverancier ook luistert naar zijn klanten.
Zie ook de volgende artikelen (in het Engels) van Wheeler: Open Source 2010: Reflections on 2007 (2007) en Above-Campus Services: Shaping the Promise of Cloud Computing for Higher Education (2009).
Meer foto’s via http://www.flickr.com/photos/wytze/tags/eurosakai
duurde 2,5 dag. Ik ben dus maar bij één dag geweest, op 27 september. De organisatie van de conferentie was in handen van Edia en
de Universiteit van Amsterdam.
De deelnemerslijst liet een gevarieerd beeld zien. Ik zag deelnemers op de lijst uit onder andere Engeland, Zweden, Nederland,
Spanje en Oostenrijk. Ik had bijvoorbeeld een interessant gesprek met een collega van de universiteit in Thessaloniki in
Griekenland. Ook daar speelt (je zou bijna zeggen ‘vanzelfsprekend’) de kwestie van de steeds minder draaglijk wordende
licentiekosten van Blackboard. En bij zo’n 50.000 studenten tikt dat, ook in Griekenland, behoorlijk aan. Jammer genoeg waren er
weinig Nederlandse bezoekers op de conferentie.
Sakai OAE is beschikbaar
Ik schreef al eerder over twee aparte producten die onder de vlag van de Sakai Foundation worden ontwikkeld. Ik heb een
demonstratie gezien van de New York University (NYU) die versie 1.0 van de Sakai Open Academic Environment
(http://sakaiproject.org/welcome-sakai-oae) in gebruik heeft genomen en daar behoorlijk tevreden over zijn. De NYU heeft campussen
over de hele wereld, en zocht dus een oplossing die aanpasbaar en toepasbaar was in redelijk verschillende settings.
Wat mij bijzonder verraste was de vergaande integratie die men liet zien met Google Apps. Binnen Sakai OAE was het mogelijk om
groepen aan te maken en die waren dan ook meteen in Google Apps beschikbaar, en vice versa.